Inmiddels heeft het Christelijk Gereformeerd Beraad een handreiking met de kerkenraden van de CGK gedeeld ter voorbereiding op het convent dat op 20 april 2024 wordt gehouden. Naast de handreiking, die naar alle kerkenraden binnen de CGK is verstuurd, heeft het Beraad ook een artikel op haar website gepubliceerd dat een nadere toelichting geeft op de plaatsbepaling van het Beraad. Het bevestigt dat het Beraad het huidige standpunt over vrouw en ambt onverkort handhaaft. Alleen zijn eigen standpunt is aanvaardbaar. Met de publicaties en het verzenden van de handreiking naar kerkenraden en de artikelen in de christelijke media, maakt het Beraad ondubbelzinnig duidelijk dat het verdragen van het synodale minderheidsstandpunt niet mogelijk is. Het Beraad aanvaardt de consequentie dat dit tot een kerkscheuring leidt en spreekt in dat geval zijn voorkeur uit voor een gecontroleerd uiteenvallen van het kerkverband.

 

Artikel 29 NGB

Het Beraad verabsoluteert daarmee zijn eigen trouw aan de Schrift, belijdenis en kerkorde dusdanig dat het gelijktijdig de kenmerken van de kerk relativeert in zijn beroep op artikel 29 NGB. Deze innerlijke tegenstrijdigheid in het standpunt van het Beraad houdt de impasse binnen de CGK in stand. In zoverre het Beraad de kerk herkenbaar acht aan het Woord, wordt in artikel 29 NGB daarbij expliciet beleden dat de echte kerk alles verwerpt wat niet overeenkomt met de Bijbel. Wie de synodale besluiten beziet, moet constateren dat geen enkele synode het minderheidsstandpunt heeft verworpen, omdat het niet overeen zou komen met de Bijbel. Weliswaar heeft de laatste Generale Synode geoordeeld dat de synode van 1998 het toenmalige minderheidsrapport niet principieel veroordeeld heeft, maar wel degelijk heeft afgewezen en dat het daarin verwoorde standpunt geen kerkelijke legitimiteit heeft, maar daarmee is het minderheidsstandpunt niet als on-Bijbels gekwalificeerd, en terecht. Het luistert nauw, maar het minderheidsrapport is eenvoudigweg nooit principieel veroordeeld; dat betekent niet anders dan dat het minderheidsrapport uit 1998 niet is verworpen omdat het niet overeenstemt met de Bijbel. En uit de diverse acta blijkt dat ook. 

 

Niet principieel verworpen

In zoverre de laatste synode heeft overwogen dat het minderheidsstandpunt geen kerkelijke legitimiteit heeft, wordt daarmee bedoeld dat het standpunt niet rechtmatig is, omdat het niet in overeenstemming is met het geldende kerkrecht. Echter, dat een standpunt niet overeenstemt met het geldende kerkrecht, is uiteraard niet hetzelfde als dat het standpunt niet overeenstemt met de Bijbel. Zo blijkt bijvoorbeeld uit artikel 136 van acta 1998 dat, bij de bespreking van het deputaten- en commissierapport over vrouw en ambt, de commissie aangeeft dat zij ‘zich beter kan aansluiten bij de mening van de meerderheid van deputaten dan bij die van de minderheid’. Daaraan voegt de rapporteur onmiddellijk toe: “Overigens wil de commissie volstaan met de door haar geuite bezwaren tegen de visie van de minderheid, zonder tot een veroordeling van die visie te komen. Waar in het meerderheidsrapport van deputaten nog wordt voorgesteld dat de synode zal uitspreken dat ‘het binnen het kader van de gereformeerde schriftbeschouwing en ambtsopvatting onmogelijk is om de ambten open te stellen voor zusters der gemeente’, spreekt de synode in 1998 uiteindelijk uit ‘dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde kerken steeds heeft gegolden, Schriftuurlijk verantwoord is’. Van een onmogelijkheid waarover deputaten van het meerderheidsrapport spraken in hun voorstel, blijkt geen sprake meer te zijn. Over de uitspraak van de synode gaf Prof. Peels geeft in zijn preadvies aan dat ‘de formulering van ‘spreekt uit’, zoals de commissie die voorstelt goed is. Daarin wordt ons standpunt duidelijk gemarkeerd zonder dat dit standpunt wordt verabsoluteerd’. Waar de deputaten van het meerderheidsrapport een absolute uitspraak voorstelden, namelijk dat het openstellen van de ambten onmogelijk is, relativeert en nuanceert de synode deze uitspraak door zich te beperken tot de uitspraak dat het meerderheidsstandpunt Schriftuurlijk is. Dat de synode in 1998 ook er bewust voor heeft gekozen het minderheidsstandpunt niet principieel te verwerpen, wordt, tijdens de behandeling van de revisieverzoeken op de synode van 2001, bevestigd. Zo merkt de rapporteur namens de commissie op: dat het in het 'Van oordeel 1' in het voorstel tot besluit over het revisieverzoek van Dronten niet mag worden gelezen als een principiële verwerping van het minderheidsstandpunt dat op de synode van 1998 werd ingebracht. De formulering in 'van oordeel 1' is bedoeld in de lijn van het synodebesluit van 1998. Deze opmerking impliceert twee dingen: ten eerste dat ook in 1998 de synode het minderheidsstandpunt niet principieel heeft verworpen en ten tweede dat de synode 2001 dat ook niet doet met het ongegrond verklaren van het revisieverzoek van Dronten inzake vrouw en ambt. 

 

Geen Schriftuurlijk, maar kerkrechtelijk probleem

De conclusie is dan ook dat de verschillende synodes het minderheidsstandpunt niet hebben verworpen, omdat het standpunt niet zou overeenstemmen met de Bijbel, maar omdat de synode meerderheid telkens haar eigen standpunt heeft laten prevaleren. Het betreft daarom ook geen Schriftuurlijk probleem, maar alleen een kerkrechtelijk probleem. Het probleem is dat aan een minderheid de visie van de meerderheid wordt opgelegd, zonder dat aan die minderheid gevraagd is of zij de visie van de meerderheid kan verdragen. In dit verband wordt verwezen naar een eerdere Vrije-Interpretatie waarin wordt verwezen naar de Zuid-Afrikaan Gerben Kruger in zijn artikel ‘De Reformatie is dood - vermoord door de stille revolutie van de moderne paus.’; Kruger maakt duidelijk dat, als Bijbelse principes alleen op basis van een meerderheidsbesluit worden vastgesteld zonder dat de meerderheid, voorafgaande aan besluitvorming, vraagt of de minderheid het meerderheidsstandpunt kan verdragen, er sprake is van kerkelijke hiërarchie; de meerderheid heerst dan over het geweten van de minderheid. Het is dus naar de kern genomen een probleem tussen kerken over de wijze waarop kerken onderling rekening houden met elkaars geweten. In dit verband merkt bijvoorbeeld K. De Gier in zijn ‘Dordtse Kerkorde, een praktische verklaring’ op dat een synodevergadering daarom niet uit het oog moet verliezen welke consequenties een uitspraak meebrengt. Een besluit nemen waarvan tevoren al bekend is dat dit toch niet uitgevoerd kan of zal worden, heeft geen enkele goede zin en is zelfs schadelijk voor het gezag van de kerkelijke vergadering in het algemeen. En dat is inmiddels ook gebleken. Dat geldt zeker inzake de besluiten rondom de openstelling van de ambten. Immers, al voorafgaande aan de synode van Dordrecht-Nunspeet, was  duidelijk dat een fors aantal kerken klem en verloren zou raken als de ambten niet zouden worden opengesteld. Dat geldt in het bijzonder voor samenwerkende - en samenwerkingsgemeenten, maar niet voor hen alleen. 

 

Feitelijke onjuiste informatie

In het licht van het vorenstaande bevat de handreiking feitelijk onjuiste informatie. Zo stelt het Beraad in zijn handreiking dat de kerken altijd het minderheidsstandpunt zouden hebben afgewezen op grond van de Schrift, maar dat is evident niet het geval. De synodes hebben uitsluitend uitgesproken dat het meerderheidsstandpunt Schriftuurlijk verantwoord is; niet meer en niet minder. Daarnaast is het Beraad misleidend als het stelt: ‘alle gemeenten voegen zich weer van harte naar de Schriftuurlijke lijn van de besluiten’. Daarmee wekt het Beraad onterecht de indruk dat kerken die de ambten hebben opengesteld in strijd met de Schrift handelen, terwijl hooguit gehandeld wordt in strijd met het geldende kerkrecht. Immers, zoals hiervoor aangetoond, is het minderheidsstandpunt nooit door enige synode afgewezen als niet in overeenstemming met de Schrift. Daarmee wijkt dus het minderheidsstandpunt ook niet af van de Schriftuurlijke lijn, maar wijkt zij af van de meerderheidsbesluiten die synodes de afgelopen jaren hebben genomen.

 

Moderne Paus

Ten onrechte stelt het Beraad in zijn handreiking: ‘wanneer gemeenten zich niet willen voegen naar de geldende besluiten is het onontkoombaar dat deze gemeenten de consequenties trekken van de keuzes die ze plaatselijk maken’. Dat is niet anders dan de moderne Paus; het is een uitdrukking van kerkelijke hiërarchie die in strijd is met het belijden van de kerk, dat immers alle menselijke ingevingen en wetten om God te dienen verwerpt (art 7 j.o. art. 32 NGB), die op wat voor wijze dan ook, daardoor dwang uitoefenen over het geweten. Kerken die met elkaar samenwerken, leggen elkaar geen besluiten op, maar nemen voor alle kerken aanvaardbare besluiten. 

 

Bijbelse verdraagzaamheid

Ook is de suggestie onjuist dat besluiten die met een beroep op de Schrift genomen zijn – zoals ten aanzien van de vrouw in het ambt en homoseksuele relaties – zijn dan niet meer geldig voor het geheel van de kerken. Die besluiten blijven uiteraard binnen het geheel van de kerken geldig, maar worden niet dwingend, tegen het geweten in, aan kerken opgelegd noch worden zij afgedwongen. Dat is ook nu het geval met betrekking tot vrouwenkiesrecht; voor gewetensbezwaarde kerken geldt dat zij niet aan dat besluit gebonden zijn, omdat het met hun geweten strijdt. Dat is verdraagzaamheid die Bijbelse fundering heeft. 

 

Ketters

Het is feitelijk onwaar dat de onkerkelijke wegen door plaatselijke kerken de kerken in grote nood hebben gebracht zoals het Beraad beweert. De hoofdoorzaak van de noodsituatie is namelijk dat er meerderheidsbesluiten zijn genomen die de minderheid in gewetensnood hebben gebracht; als bij de besluitvorming met de positie van de minderheid rekening zou zijn gehouden, zou het meerderheidsbesluit niet althans niet zo rigide genomen zijn. Evenmin is waar dat de binding aan Schrift en belijdenis zou komen te vervallen als de ambten, al dan niet facultatief, worden opengesteld. Ook het minderheidsstandpunt is gebonden aan en gebaseerd op de Schrift; het Beraad zet hiermee ten onrechte de minderheid weg als ketters, welke beschuldiging misplaatst is, zoals in dit blog is aangetoond. 

 

Ongeloofwaardig Beraad

Bovendien is het Beraad ongeloofwaardig als het in zijn artikel ‘Tien Vragen’, bij vraag vier, onder meer antwoordt dat, als er onverhoopt ruimte zou worden geboden aan vrouwelijke ambtsdragers, de kerken onder ogen zullen moeten zien dat dan de vierde door deputaten geopperde denkrichting (optie D) werkelijkheid wordt: ontvlechting van het kerkverband. Dat is ongeloofwaardig omdat de problemen binnen het kerkverband niet Schriftuurlijk, maar kerkelijk van aard zijn. Het Beraad verwijt voortdurend de minderheid dat zij zich niet aan meerderheidsbesluiten houdt om vervolgens zelf, als mogelijke toekomstige  synodebesluiten niet overeenstemmen met zijn eigen overtuiging, die toekomstige besluiten al bij voorbaat niet te aanvaarden en kerkenraden op te roepen dat ook niet te doen en voor dat geval te kiezen voor een kerkbeuk. Dat is uiterst curieus; als het Beraad steeds heeft voorgehouden dat alle kerken verplicht zijn om zich aan meerderheidsbesluiten te houden, kan hijzelf eventuele onwelgevallige besluiten niet negeren. 

 

Constructief opstellen

Het wordt tijd dat het Beraad zich constructief gaat opstellen. De beschuldigingen, insinuaties en suggesties die voorstanders van het openstellen van de ambten wegzetten als ketters, zijn ongefundeerd en vinden geen steun in synodebesluiten. Dat het Beraad staat voor een ambtsvisie waarin geen ruimte is voor vrouwelijke ambtsdragers is legitiem, maar het wegzetten van kerken die daarop een andere Bijbelse visie hebben, is onaanvaardbaar. Daarentegen ligt de oplossing voor handen; de kerken zouden het minderheidsstandpunt kerkrechtelijk moeten legitimeren. Daartoe zal een modus moeten worden gevonden om met elkaars gevoelens serieus rekening te houden. Dat is prima mogelijk als meerder- en minderheid het kerkrecht niet gebruiken om te forceren, maar om te pacificeren, want de kerk is een vredesbeweging. Zij heeft immers Jezus Christus, de vredevorst, aan het hoofd. Hij, het hoofd van de kerk, is onze vrede. In gehoorzaamheid aan Hem zoeken de kerken een vreedzame oplossing, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede.

Subscribe for updates on all content.

Protected by Spam Master

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
Protected by Spam Master

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
Protected by Spam Master