Grensoverschrijdende Rijnsburggroep

Het blijkt dat een aantal classes van de Christelijke Gereformeerde Kerken niet meer op reguliere wijze, volgens artikel 41 K.O., vergaderen. Dat wordt veroorzaakt door kerken die van oordeel zijn dat sinds het synodebesluit van 3 juni 2025 de legitimiteit aan meerdere vergaderingen zou  ontbreken. Deze kerken zijn grotendeels gelieerd aan of behoren tot de Rijnsburggroep.

Grensoverschrijdende Rijnsburggroep
Hans Bügel

Het blijkt dat een aantal classes van de Christelijke Gereformeerde Kerken niet meer op reguliere wijze, volgens artikel 41 K.O., vergaderen. Dat wordt veroorzaakt door kerken die van oordeel zijn dat sinds het synodebesluit van 3 juni 2025 de legitimiteit aan meerdere vergaderingen zou  ontbreken. Deze kerken zijn grotendeels gelieerd aan of behoren tot de Rijnsburggroep. Het is in feite een intensivering van niet-kerkordelijk handelen door classes, waarvan een aantal al voor de Generale Synode Rijnsburg-Nunspeet hun vergaderingen had ‘afgeschaald’ tot de behandeling van enkel noodzakelijke zaken. Hoewel ook die beslissing in strijd is met de kerkorde, is de ontkenning van de legitimiteit van meerdere vergaderingen, zoals een classis, onaanvaardbaar, omdat daardoor het kerkelijke leven bewust en actief wordt ontregeld. Daarmee komt de formele samenwerking van kerken in het algemeen en in het bijzonder in het classicaal ressort tot stilstand waardoor rechtszekerheid van en rechtsbescherming voor kerken en kerkleden wordt aangetast. Ook kan het de samenroeping van de komende Generale Synode te Hoogeveen vertragen of feitelijk zelfs onmogelijk maken. Het ter discussie stellen van de legitimiteit van de meerdere vergaderingen en het  dienovereenkomstig handelen door als roepende kerk te weigeren een classisvergadering te organiseren overeenkomstig artikel 41 K.O. of de classisvergadering zelf met allerlei bezwaren van formele aard te ontregelen, juridiceert het kerkrecht. Daarmee wordt er kerkelijke obstructie gepleegd, om niet te zeggen: daardoor worden de buitengrenzen van het kerkrecht overschreden.

Betwisting legitimiteit
Aanleiding voor de betwisting van de legitimiteit van meerdere vergaderingen door de Rijnsburggroep is het feit dat een substantieel aantal plaatselijke kerken de ambten hebben opengesteld voor vrouwen en, ondanks het besluit van 28 maart 2025[1], waarin de synodevergadering hen oproept terug te keren in de bedding van de genomen synodale besluiten, die vast en bondig zouden zijn, hierop niet zijn teruggekomen. Het gevolg daarvan was het synodebesluit van 3 juni 2025 om geen roepende kerk aan te wijzen.[2] In de aanloop naar dat besluit wierp het moderamen in zijn rapport de vraag op of er wel een roepende kerk kon worden aangewezen.[3] In de brief van 5 juni 2025 rechtvaardigt het moderamen het besluit om geen roepende kerk aan te wijzen door daarover op te merken dat de ‘moeilijke situatie onontkoombaar de vraag doet rijzen: functioneert artikel 31 K.O. nog wel als de praktijk iets anders laat zien? En wanneer dat ter discussie staat, hoe kan de synode dan nog in lijn met artikel 30 K.O. (‘te behandelen wat in de mindere niet kon worden afgedaan, of wat behoort tot de kerken van de meerdere vergadering in het algemeen’) leiding geven aan het kerkverband? Ons rest als synode daarom geen andere keus dan in lijn met het besluit van 28 maart jl. de synode te sluiten en de verantwoordelijkheid terug te geven aan de plaatselijke kerken.’ Deze suggestie van het moderamen is vervolgens de argumentatielijn van de Rijnsburggroep om te concluderen dat de kerkrechtelijke grondslag onder het classicaal samenkomen zou zijn weggevallen waardoor die vergadering geen rechtsgeldige besluiten meer kan nemen. Ook wordt gesteld dat besluiten van meerdere vergaderingen  na 4 juni 2025 niet erkend zullen worden als een besluit dat voor vast en bondig gehouden zal worden. Het CGBeraad verdedigt deze opvatting ook op haar website; in een van zijn artikelen maakt het Beraad dit expliciet door te schrijven dat er weliswaar nog steeds 181 christelijke gereformeerde kerken zijn, maar dat de synodale kant van het kerkstelsel niet meer zou functioneren. De enige kerkelijke vergadering die er nog zou zijn, zou de kerkenraad zijn. Meerdere vergaderingen zouden, na sluiting van de Generale Synode, niet als vanzelfsprekend rechtsgeldige besluiten meer kunnen nemen, die voor vast en bondig geacht zouden kunnen worden voor de andere kerken. De gewone meerdere vergaderingen zoals classis, particuliere synode, generale synode zouden niet meer wettig kunnen samenkomen, omdat dat de kerkordelijke basis ex artikel 30 en 31 KO krachteloos zou zijn geworden en niet meer zou functioneren.[4]

Ondeugdelijke en onjuiste argumenten
Hoewel vanuit verschillende zijden de argumenten van de Rijnsburggroep gemotiveerd zijn weerlegd als kerkrechtelijk ondeugdelijk en onjuist, blijkt de Rijnsburggroep en haar spreekbuis CGBeraad, haar standpunt, handhaven. Vervolgens wordt er binnen verschillende ressorten, waaronder bijvoorbeeld Utrecht en Zwolle, dienovereenkomstig gehandeld. Ook recentelijk nog houdt het Beraad, tegen beter weten in, bijvoorbeeld staande dat de synodebesluiten van 28 maart 2025 en 3 juni 2025 rechtsgeldige besluiten zouden zijn[5], terwijl dat beslist niet het geval is. Het zijn beide besluiten die in strijd zijn met de kerkorde en daarom rechtsgeldigheid missen en dus niet vast en bondig zijn, zoals eerder besproken.[6] Doordat die besluiten in strijd zijn met de kerkorde zijn die besluiten ook in civielrechtelijke zin nietig, omdat zij immers in strijd zijn met het eigen kerkelijke statuut waardoor de kerken worden geregeerd, in de zin van de wet.[7] De notitie van De Hek en Zondag laat er ook geen onduidelijkheid over bestaan dat er geen reden is om te twijfelen aan het bestaan van de CGK en haar lichamen waarin zij verenigd zijn, de classes en Particuliere synodes en de Generale Synode. “De CGK bestaan dus nog ‘gewoon’. De door het CG Beraad (en in mindere mate deputaten vertegenwoordiging) geuite twijfel is dan ook ongegrond”.[8] Voor de duidelijkheid, de conclusie dat de kerkelijke vergaderingen nog bestaan binnen de CGK is niet louter een civielrechtelijke -, maar ook een kerkrechtelijke conclusie. Het bestaan en de legitimatie van meerdere vergaderingen berust immers op de gezamenlijk gemaakte afspraken van de kerken, zoals die zijn vastgelegd in de kerkorde, ex artikel 29 K.O.. Daarin ligt de afspraak tussen de gezamenlijke kerken vast dat er vier onderscheiden kerkelijke vergaderingen zijn, van de kerkenraad, van de classis, van de particuliere synode en van de generale synode. Dat de kerkorde van toepassing is op alle plaatselijke kerken van de CGK, leidt geen twijfel. Die hebben de plaatselijke kerken immers aanvaard.

Gelegenheidsstandpunt
Met het vaststaande feit dat CGK-kerken de kerkorde hebben aanvaard, is de argumentatie dat de meerdere vergaderingen niet legitiem zijn een onnodige juridisering van het kerkrecht. Dat de meerdere vergaderingen wel degelijk legitiem blijken te zijn, blijkt uit het feit dat Deputaten Vertegenwoordiging ondanks het zaaien van twijfel over de legitimiteit van meerdere vergaderingen, toch deze meerdere vergaderingen, in het bijzonder de classis, legitiem vindt, omdat zij wel ‘zaken als het afgeven en ontvangen van attesten van predikanten, emeriteringen en classicale examens van kandidaten voortgang te laten vinden’. Let wel, aan al deze zaken liggen kerkelijke, meer in het bijzonder classicale, besluiten ten grondslag; een kerkelijk besluit, ex artikel 31 K.O., is een besluit van een kerkelijke vergadering. Om besluiten te nemen die voor vast en bondig kunnen worden gehouden, is ook een rechtsgeldige, dat is: legitieme, vergadering vereist. Dat betekent dat het niet anders kan zijn dan dat een kerkelijke vergadering die dergelijke besluiten neemt een rechtsgeldige vergadering moet zijn. De conclusie kan dan ook geen andere zijn dan dat het door de Rijnsburggroep en het Beraad gehuldigde standpunt inconsequent en een kennelijk  gelegenheidsstandpunt is en daarom ongegrond is.

Rechtszekerheid en rechtsbescherming
Nu de conclusie geen andere kan zijn dan dat de meerdere vergaderingen ook in kerkrechtelijke zin legitieme, wettige dus rechtsgeldige, vergaderingen zijn, is er ook geen enkele reden om geen classisvergaderingen te houden, zoals de kerkorde die voorschrijft. De kerkorde schrijft dat dwingend voor. Immers artikel 41 K.O. bepaalt onder andere:

“De classis vergadert minstens tweemaal per jaar op plaats en tijd door de vergadering vast te stellen."

Dat betekent dan ook dat de aan het einde van iedere classisvergadering, al dan niet bij toerbeurt, een aangewezen kerk de volgende classicale vergadering zonder enig voorbehoud bijeenroept. Deze roepende kerk nodigt alle tot het classicaal ressort behorende kerken uit, zoals dat te doen gebruikelijk is. De roepende kerken van bijvoorbeeld de classis Utrecht en Zwolle handelen dan ook buiten hun bevoegdheid, taak en verantwoordelijkheid door niet de classisvergadering te organiseren en kerken van een classicaal ressort daarvoor uit te nodigen, maar in plaats daarvan de classis-kerken uit te nodigen voor een informeel gesprek als naburige gemeenten. Dat is eigenmachtig handelen van de kerkenraad van de roepende kerken en het verzaken van  hun opdracht en is een overschrijding van hun bevoegdheid en, vooral, het is in strijd met de steeds door deze roepende kerken beleden vierslag. Het lijkt heel sympathiek, zo'n uitnodiging van roepende kerken, maar zij is het niet; het niet op reguliere wijze vergaderen als classes is in strijd met de kerkorde. Het tast de rechtszekerheid en rechtsbescherming aan, maar ook de eenheid en saamhorigheid binnen het kerkverband en het staat de organisatie van de Generale Synode van Hoogeveen in de weg. Bovendien gaat niet de roepende kerk over de agenda van de classisvergadering, maar daar gaat de classisvergadering zelf over. Voor zover bijvoorbeeld de roepende kerk als motief voor zijn informele bijeenkomst aangeeft over de verwerking van de GS-besluiten door de gemeenten wil doorspreken, dient hij dit als agendapunt op de door hem op te stellen voorlopige agenda te plaatsen.

Niet naïef zijn
En kerken van goede wil, moeten hierin ook niet naïef zijn; de uitnodiging door roepende kerken voor informeel overleg wordt niet ingegeven door pastorale bewogenheid, maar door het feit dat de Rijnsburggroep plaatselijke kerken, die zich volgens hen niet aan de vierslag houden, niet langer als CGK-kerken wil erkennen. De Rijnsburggroep maakt er geen geheim van dat zij wil dat plaatselijke kerken, die zich niet aan de synodale besluiten houden, het kerkverband verlaten. De Rijnsburggroep wil bovendien ook komen te beschikken over het vermogen van de rechtspersoon zijnde de Christelijke Gereformeerde kerken in Nederland. Zij meent daarop aanspraak te hebben, omdat zij zich altijd heeft gehouden aan de vierslag, in het bijzonder de synodale besluiten. Daarvoor heeft de Rijnsburggroep een juridische werkgroep ingesteld die niet alleen kerkrechtelijke vraagstukken bespreekt, maar zich ook oriënteert op haar civielrechtelijke rechtspositie. De civielrechtelijke oriëntatie is gericht op het verkrijgen van het vermogen van het kerkgenootschap; dat bestaat uit deputaatschappen, kerkelijk bureau, maar vooral de kerkelijke kassen en de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Haar reden voor het organiseren van een tweetal conventen in de afgelopen maanden is om van de grond af aan een nieuwe, veilige kerkelijke structuur op te bouwen zonder die gemeenten die ongehoorzaam zijn, omdat zij zich niet aan die vierslag houden.[9] Dat blijkt verder ook uit de wijze waarop de Rijnsburggroep spreekt over de roepende kerk Hoogeveen. Zo liet ds. Van Vulpen naar aanleiding van het laatste  convent van de Rijnsburggroep in het Reformatorisch Dagblad optekenen dat “een voordeel van deze ontwikkeling is dat in elk geval nu ook de linkerflank van de CGK één duidelijk adres heeft gekregen.”[10] Daaruit blijkt zonneklaar dat de Rijnsburggroep de roepende kerk Hoogeveen van de CGK niet als zodanig erkent. Duidelijk, maar ook zeer terecht corrigeert professor Huijgen zowel op social media[11] als in het Nederlands Dagblad[12] deze opmerking door te bevestigen dat de CGK Hoogeveen gewoon de roepende kerk van de CGK is. Bovendien en dat is misschien wel van meer gewicht zegt hij klip en klaar wat de Rijnsburggroep doet: het scheuren van het CGK-kerkverband. De handelswijze van de Rijnsburggroep raakt aan de buitengrenzen van het kerkrecht, omdat zij door bewust in strijd te handelen met de kerkorde, de legitimiteit van kerkelijke vergaderingen te betwisten ook aan de continuïteit van de rechtspersoon en haar vermogen in civielrechtelijke zin raakt. Daardoor komt ook het onoorbaar handelen van de Rijnsburggroep en de roepende kerken binnen haar gelederen in het vizier van het civiele recht en uiteindelijk van de civiele rechter. Het functioneren en het voortbestaan van het kerkverband kan in het geding komen als het normale kerkelijke leven wordt getraineerd en praktisch onmogelijk wordt gemaakt. Het is de verantwoordelijkheid van de kerken van goede wil om de ineenstorting van het kerkverband te voorkomen met alle materiële en immateriële schade tot gevolg.

Niet meegaan met obstructie
Om onder meer om deze redenen moeten de kerken van goede wil niet meegaan met de obstructie van de Rijnsburggroep. Een roepende kerk, die zich tot de Rijnsburggroep rekent, en daarom haar opdracht niet kan of wil uitvoeren, maakt misbruik van haar positie en het kerkrecht door haar opdracht niet over te dragen aan de eerstvolgende roepende kerk die wel bereid is om, in overeenstemming met het geldende kerkrecht, een reguliere classisvergadering te organiseren. Kerken van goede wil moeten revisie vragen van het besluit van een kerkenraad van een roepende kerk die weigert een classisvergadering conform artikel 41 K.O. te organiseren. Zij hebben de plicht om op zich te verzetten tegen wanorde en op te komen voor de vrede in de kerken en in hun classicaal ressort, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede.

________________
[1] Deputaatschap Vertegenwoordiging. (3 april 2025). Betreft: verdere uitleg m.b.t. situatie kerkverband.
[2] Deputaten Vertegenwoordiging. (5 juni 2025). Betreft: situatie kerkverband na sluiting synode.
[3] Moderamen. (z.d.-b). Rapport 6 van het moderamen. https://cgk.nl/wp-content/uploads/2025/05/9.00-p.22-30-Moderamen-rapport-6.pdf;  
[4] Redactie CG Beraad. (2025b, juni 20). De huidige kerkelijke situatie  - vragen en antwoorden - Christelijk Gereformeerd Beraad. Christelijk Gereformeerd Beraad. https://www.cgberaad.nl/de-huidige-kerkelijke-situatie-vragen-en-antwoorden/;  
[5] Redactie CG Beraad. (2025c, september 18). Notitie juristen wijst kerken verkeerde richting - Christelijk Gereformeerd Beraad. Christelijk Gereformeerd Beraad. https://www.cgberaad.nl/notitie-juristen-wijst-kerken-verkeerde-richting/;  
[6] Luther en de vierslag | Vrije-Interpretatie. (z.d.). https://vrije-interpretatie.nl/luther-en-de-vierslag;  Kerkrechtelijke quatsch! | Vrije-Interpretatie. (2025, 21 juni). https://vrije-interpretatie.nl/kerkrechtelijke-quatsch;  
[7] Christelijke Gereformeerde Kerken CGK. (2025c, september 18). Notitie juridische situatie CGK - Christelijke Gereformeerde Kerken: CGK. Christelijke Gereformeerde Kerken: CGK. https://cgk.nl/binnen-de-kerk/deputaatschappen/kerkorde-en-kerkrecht/notitie-juridische-situatie-cgk/ ,p.4; 
[8] t.a.p., p. 7.
[9]Gemeenteavond Barendrecht. (z.d.). Geraadpleegd op 1 juli 2025, van  https://drive.google.com/file/d/1U5sWD2Q36b9hTYkG2h_tbJTQfBDnck2f/view?…; zie ook: Gemeenteavond Urk. (z.d.). [Video]. YouTube. Geraadpleegd op 12 oktober 2025, van https://www.youtube.com/watch?v=hqkZiEAeGis   Flanken in Christelijke Gereformeerde Kerken kúnnen nog met elkaar in gesprek. (2025, 19 september). Reformatorisch Dagblad.
[10] De Jong, A. (2025, 3 oktober). Aantal christelijke gereformeerde kerken rond Rijnsburg stabiel op circa zeventig. RD.nlhttps://www.rd.nl/artikel/1122986-aantal-christelijke-gereformeerde-kerken-rond-rijnsburg-stabiel-op-circa-zeventig
[11] Huijgen, A. (2025, 3 oktober). Ook hier de dingen bij de naam noemen. Wat het adres van de ‘linkerflank van de CGK’ wordt genoemd, is gewoon de roepende kerk van de volgende synode van de CGK. Heel wat anders dan de Rijnsburgse groep, die niet meer is dan een groep die van plan is te breken. #CGK. https://x.com/
[12] Huijgen, A. (2025b, oktober 6). ‘Rijnsburg’ probeert Christelijke Gereformeerde Kerken te scheuren. ‘Daar is niets netjes aan’. Nederlands Dagblad. https://www.nd.nl/opinie/opinie/1287642/rijnsburg-probeert-christelijke… ;

Permalink

Het probleem is dat deze groep er alles aan doet om de boel te ontregelen en blijkbaar komen ze er dan om nog mee weg. Ze weigeren categorisch elke medewerking en saboteren de ‘normale’ vergaderingen van oa de classes. Tuurlijk kunnen de kerken revisie aanvragen maarcdat leggen ze naast zich neer. Uiteindelijk dus toch weer gang naar de rechter om definitief uitspraak te laten doen met als gevolg dat de rijnsburggroep te horen krijgt een nieuw kerkgenootschap te zijn begonnen en geen aanspraak kan maken op de tegoeden van het CGK. Ik blijf dit zo een bizarre situatie vinden. 

Reactie toevoegen

De taalcode van de reactie.
Protected by Spam Master